8.4.01.11 AANVULLEND BEROEPSCHRIFT (STIBBE)
1. ACHTERGROND
1. ACHTERGROND
(1) Op 30 juni 2020 heeft VG namens het samenwerkingsverband "Tomorrow" een subsidieaanvraag ingediend voor een subsidie op grond van de Stimuleringsregeling voor leren en ontwikkelen in mkb-ondernemingen en specifiek voor grootbedrijven in de landbouw- horeca-, of recreatiesector (hierna: de "Subsidieregeling").[1][1][2][3] De subsidieaanvraag is bijgevoegd als bijlage 3. Het samenwerkingsverband wordt verder toegelicht in paragraaf 3.
(2) Bij brief van 3 december 2020 heeft verweerder het voornemen geuit om de subsidieaanvraag af te wijzen. VG heeft bij brief van 16 december 2020 een zienswijze tegen het voornemen ingediend. Op 13 januari 2021 heeft een telefoongesprek plaatsgevonden tussen de heer van der Drift, vertegenwoordiger van VG, en de heer Zouhair, een ambtenaar van het ministerie van SZW. Op diezelfde dag heeft de heer Zouhair per e-mail aan VG verzocht om de zienswijze nader de motiveren, aan de hand van een aantal vragen die zagen op het verduidelijken van de aanvraag of het aanleveren van aanvullende informatie en documenten. Bij brief van 21 januari 2021 heeft VG hierop gereageerd. Bij brief van 2 februari 2021 heeft verweerder een tweede voornemen tot afwijzen van de subsidieaanvraag gedeeld met VG. VG heeft bij brief van 12 februari 2021 gereageerd op deze brief.
(3) Bij besluit van 16 februari 2021 heeft verweerder de subsidieaanvraag afgewezen op grond van artikel 10 aanhef en onder a, artikel 3, artikel 4 en artikel 10k van de Subsidieregeling (zie het juridisch kader in paragraaf 2). Verweerder stelt zich in het primaire besluit op het standpunt dat de subsidieaanvraag niet voldoet aan de in de Subsidieregeling gestelde eisen en dat de subsidieaanvraag duidt op een commercieel doeleinde. Op 29 maart 2021 heeft VG een bezwaarschrift ingediend tegen het subsidiebesluit waarna op 27 mei 2021 een hoorzitting heeft plaatsgevonden. Het bezwaarschrift is bijgevoegd als bijlage 4.
(4) Bij brief van 29 oktober 2021 heeft verweerder het bestreden besluit genomen, waarin hij het bezwaar ongegrond verklaart en het afwijzende besluit handhaaft. Het bestreden besluit is bijgevoegd als bijlage 2. De subsidieaanvraag wordt afgewezen op grond van artikel 10a, met doorverwijzing naar artikel 3 en 4 van de Subsidieregeling (zie het juridisch kader in paragraaf 2). Kort samengevat stelt verweerder zich in het subsidiebesluit op het standpunt dat de subsidieaanvraag niet voldoet aan de in de Subsidieregeling gestelde eisen. Ten overvloede merkt verweerder op dat de kosten waarvoor de subsidie is aangevraagd niet subsidiabele kosten betreffen in de zin van artikel 13 aanhef en onder a van de Subsidieregeling, waardoor deze kosten niet voor vergoeding in aanmerking zouden komen.
(5) Bij brief van [@][4][5][6] heeft de heer mr. Teeuwen van Meester Advocaten een pro forma beroepschrift ingediend tegen het bestreden besluit. Bij brief van 17 december 2021 heeft uw rechtbank de ontvangst van het pro forma beroepschrift bevestigd en VG in de gelegenheid gesteld een aanvullend beroepschrift in te dienen binnen 4 weken na datum van verzending. Bij brief van 10 januari 2022 heb ik uw rechtbank verzocht de termijn voor het aanvullen van de beroepsgronden te verlengen. Bij brief van 11 januari 2022 heeft u de termijn met vier weken verlengd. Hierbij treft u de beroepsgronden aan binnen de door u verlengde termijn.
[1] Op grond van artikel 19 van de Subsidieregeling wordt een subsidie voor een samenwerkingsverband aangevraagd door de hoofdaanvrager. De hoofaanvrager is VG en is gemachtigd de andere partijen in het samenwerkingsverband in en buiten rechte te vertegenwoordigen.
[1]In de samenwerkingsovereenkomst die ik heb ontvangen staat nog niet dat VG het samenwerkingsverband 'in en buiten rechte' kan vertegenwoordigen. Ik begrijp uit de correspondentie met de minister dat dit is aangepast in de samenwerkingsovereenkomst. Kan ik de correcte, laatste versie ontvangen?
[2]Inmiddels gestuurd?
[3]Besproken dat deze nog wordt verzonden (de aangepaste samenwerkingsovereenkomst)
[4]Als je deze niet in het bezit hebt, ook geen groot probleem om het niet toe te voegen, weet je wellicht nog welke datum het beroepschrift is ingediend?
[5]Is je gestuurd
[6]Besproken dat ik deze nog ontvang ik heb hem niet in de eerdere e-mails gezien
2. JURIDSCH KADER
2.1 De SLIM-subsidieregeling
(1) De subsidie waar het in deze zaak om gaat betreft de SLIM-subsidie die de minister van SZW verstrekt op basis van de Stimuleringsregeling voor leren en ontwikkelen in mkb ondernemingen en specifiek voor grootbedrijven in de landbouw- horeca-, of recreatiesector (Subsidieregeling).[1] Door de veranderende arbeidsmarkt is het belang van een leven lang ontwikkelen (ook wel afgekort met LLO) volgens de minister steeds groter.[2] In de toelichting bij de Subsidieregeling benadrukt de minister dat het in het mkb regelmatig ontbreekt aan tijd, geld, kennis of capaciteit om zich te richten op de toekomstbestendigheid van de onderneming en het op peil houden van de kennis en vaardigheden van de werkenden in de onderneming. Volgens de minister is het LLO in het mkb dan ook minder sterk ontwikkeld dan bij grotere bedrijven. Om het mkb voor te bereiden op de veranderingen op de arbeidsmarkt is de Subsidieregeling, ook wel SLIM-subsidieregeling genoemd, vastgesteld. Met de subsidie uit deze regeling kunnen mkb-ondernemingen investeren in de ontwikkeling van LLO binnen hun onderneming.
(2) In de toelichting bij de Subsidieregeling is opgenomen dat de regeling structurele ondersteuning biedt om een leerrijke werkomgeving te creëren waarin het up-to-date houden van vakkennis en vaardigheden vanzelfsprekend is.[3] De subsidie op grond van deze regeling is bedoeld voor de kosten die ondernemers maken bij het creëren van die werkomgeving. De subsidie is niet alleen beschikbaar gesteld voor ondernemingen, maar ook voor samenwerkingsverbanden tussen ondernemingen. De reden hiervoor is omdat initiatieven dankzij deze samenwerkingsverbanden op grotere schaal ingezet kunnen worden, aldus de minister in de toelichting.
(3) Artikel 10 aanhef en onder a van de Subsidieregeling luidt als volgt:

(4) Artikel 3 van de Subsidieregeling luidt als volgt:

(5) Artikel 4 van de Subsidieregeling (voor dit beroepschrift relevant) luidt als volgt:

(6) Artikel 13 aanhef en onder a van de Subsidieregeling luidt als volgt:

1.2. De Algemene wet bestuursrecht (Awb)
(7) De volgende artikelen uit de Algemene wet bestuursrecht (hierna: "Awb") zijn in het kader van dit beroepschrift – in het bijzonder – relevant.
(8) Artikel 3:2 Awb luidt als volgt:

(9) Artikel 7:12 eerste lid Awb luidt als volgt:

2. HET (DOEL VAN HET) SAMENWERKINGSVERBAND
(10) Alvorens in te gaan op de inhoudelijke beroepsgronden wordt het samenwerkingsverband 'Tomorrow", en haar initiatief: "de arbeidsmarkt van (over)morgen" hier kort toegelicht.
2.1.1. Het samenwerkingsverband Tomorrow
(11) Het samenwerkingsverband Tomorrow betreft een samenwerking tussen drie mkb-ondernemingen, te weten Vertimart Group B.V. (VG)[4], Airport Freight Handling B.V. ("AFH") en Rake Rigging B.V. ("RR"), Deze drie ondernemingen vormen de partners binnen het samenwerkingsverband. De drie partners worden hieronder kort toegelicht.
Vertimart Group B.V. (VG) – partner 1
(12) Partner VG is aanvankelijk opgericht onder de naam Drs. J.F. van der Drift, Management Consultants B.V. De oprichter van VG (de heer J.F. Van der Drift) heeft de Paperchip Business Method (PP-BM) ontwikkeld, wat in paragraaf 3.2.1 verder wordt toegelicht. Onder de holding VG vallen vier entiteiten die elk verantwoordelijk zijn voor de ontwikkeling en uitvoering van een onderdeel van de PP-BM. De vier entiteiten worden onder paragraaf 3.2.1 toegelicht.
Airport Freight Handling B.V. (AFH) - partner 2
(13) Partner AFH is een koeriersbedrijf voor het vervoer van luchtvracht, gevestigd in Almere. AFH verricht vervoer van (vertrouwelijke) documenten en vracht op en rond Schiphol en verricht koeriersdiensten en bijzonder transport binnen Nederland en naar het buitenland. De diensten van AFH bestaan onder andere uit vervoer van gevaarlijke stoffen, gekoeld en farmacie transport, scheepsbevrachting en soortgelijk vervoer. Bij AFH zijn ongeveer 25 werknemers in dienst.
Rake Rigging B.V. (RR) - partner 3
(14) Partner RR is een tuigerij voor grote en kleine (zeil)schepen, gevestigd in Medemblik. RR is een seizoensbedrijf dat in het voorjaar de schepen optuigt en in het najaar aftuigt. RR importeert en verkoopt daarnaast lijnen, kabels en andere scheepsaccessoires. Bij RR zijn er ongeveer drie werkenden vast in dienst, verder maakt RR veel gebruik van ambulant personeel.
2.1.2. Het doel van het samenwerkingsverband
(15) De drie partner-ondernemingen hebben als gezamenlijk doel om het leren en ontwikkelen van werkenden binnen deze mkb-ondernemingen te bevorderen. Daarvoor maken zij gebruik maken van de speciaal hiervoor ontwikkelde methode: de Paperchip Business Methode (PP-BM). De PP-BM heeft als hoofddoel om vorm en inhoud te geven aan het begrip ‘duurzaam ondernemen’, door middel van het ontwikkelen van een stelsel van communicerende vaten, voorzien van economisch-, sociaal-psychologisch-, ecologisch- en sociologisch rendement voor de ‘wereld van (over)morgen’.[5]
(16) De PP-BM is een veelomvattende methode waaronder meerdere activiteiten en onderdelen vallen. Deze methode wordt bij alle drie de partners (VG, AFH en RR) van het samenwerkingsverband toegepast. Hieronder wordt eerst toegelicht welke entiteiten verantwoordelijk zijn voor de ontwikkeling en uitvoering van de PP-BM en vervolgens (kort) toegelicht wat de PP-BM als methode ter bevordering van leren en ontwikkelen onder werkenden precies inhoudt. De activiteiten en tools die binnen de PP-BM vallen worden uitgebreider toegelicht in paragraaf 4.2.
De entiteiten die de methode ontwikkelen en uitvoeren
(17) Ter uitvoering van de PP-BM zijn vier entiteiten opgericht (of aangekocht) (die vallen onder VG). De vier entiteiten zijn elk verantwoordelijk voor de ontwikkeling, uitwerking en inpassing van een onderdeel van de PP-BM:
· VG Knowledge B.V. (ook: "V-knowledge") richt zich met haar kernactiviteiten hoofdzakelijk op het uitgeven van praktisch toepasbare kennis voor werkenden, door middel van het implementeren van een kennisboom (met bijhorende werkprocessen) bij de ondernemingen die gebruik maken van de PP-BM.
· VG Coaching B.V. (ook: "V-coaching") richt zich met haar kernactiviteiten hoofdzakelijk op het testen en coachen van werkenden binnen ondernemingen die gebruik maken van de PP-BM, aan de hand van hun aanwezige kennis, vaardigheden en beroepshouding bij bedrijven.
· VG Advisory B.V. (ook: "V-advisory") richt zich met haar kernactiviteiten hoofdzakelijk op het doorlichten van bedrijven om de vereiste kennis, vaardigheden en beroepshouding te kunnen vergaren.
· VG Information System B.V. (ook: "V-ict") richt zich met haar kernactiviteiten hoofdzakelijk op de inpassing van de automatisering rondom de PP-BM. Dit betreft onder anderen het ontwikkelen van het intranetplatform dat wordt uitgerold bij bedrijven die gebruik maken van de PP-BM, het ontwikkelen van de software voor het structureren en vastleggen van kennis, vaardigheden en beroepshouding en de verschillende testen en andere ict-generatoren die binnen de PP-BM vallen.
De onderdelen en stappen binnen de methode
(18) Ten eerste worden de drie partner-ondernemingen aan de hand van gestructureerde vragenlijsten doorgelicht, waarmee voor elke partneronderneming duidelijk en helder wordt welke kennis, vaardigheden en beroepshoudingen (hierna ook: kvb's) in de onderneming aanwezig zijn en welke nog ontbreken.[6] De doorlichting vindt plaats aan de hand van functieprofielen die zijn vastgesteld voor alle (mogelijke) afdelingen binnen een partnerbedrijf en alle (mogelijke) organisatiesectoren.[7] De functieprofielen zijn opgesteld door V-knowledge. Aan de hand van de doorlichting wordt een ontwikkelplan opgesteld en worden de partner-ondernemingen geadviseerd over het werk en de taken die zij in-house kunnen doen en welke taken beter kunnen worden uitbesteed. V-advisory voert de doorlichting en advisering uit.
(19) Ten tweede doorlopen werkenden in de drie partner-ondernemingen aan de hand van de PP-BM testen (zoals een competentieprofiel-test en een functiematch-generator, zie een nadere toelichting onder 5.1.2) op basis waarvan een loopbaan- en ontwikkeladvies wordt gegeven. V-coaching voert het testen en het vaststellen van de competentieprofielen uit (in samenwerking met andere testbureaus).
(20) Ten derde omvat de PP-BM verschillende tools om de voorgaande twee stappen (het ontwikkelplan van de werkgever en het loopbaan- en ontwikkeladvies aan werkenden) in de praktijk te implementeren en verder te ontwikkelen. Deze tools worden ook wel generatoren genoemd: het zijn applicaties (in de software van het systeem) waarmee een bepaald proces wordt uitgevoerd. Enkele voorbeelden van de generatoren die de methode biedt zijn:
i) Een kennisboom-generator met een werkproces-generator, waarmee werkprocessen worden geïmplementeerd op basis van kennis en parameters (die aansluiten bij de kvb's) waardoor duidelijk wordt welke werkenden bepaalde taken binnen de onderneming het best kunnen uitvoeren. De aanwezige en nog ontbrekende kvb's komen aan de hand van de werkprocessen goed naar voren. [1]
ii) Een dossier-generator, waarmee de werkprocessen zoals hiervoor omschreven automatisch worden omgezet naar werkdossiers dit worden geplaatst op het intranet van de partnerbedrijven.
iii) een feedbackmechanisme, waarmee de kennis die wordt opgedaan op de werkvloer kan worden teruggekoppeld naar de werkprocessen in het systeem.
iv) een e-learning trainingsprogramma waarmee werkenden hun kennis kunnen vergroten en hun vaardigheden kunnen blijven ontwikkelen door te werken aan ontbrekende kvb's op basis van de voor werkers opgestelde competentieprofielen.
De ontwikkeling van de verschillende tools/generatoren waarmee de hiervoor genoemde activiteiten kunnen worden uitgevoerd, wordt gedaan door V-ict. De verschillende tools/generatoren als onderdeel van de PP-BM worden verder toegelicht in paragraaf 4.2.3.
Met het implementeren van de PP-BM binnen alle facetten van een onderneming wordt voldaan aan drie van de vier subsidiabele activiteiten zoals opgenomen in artikel 4 eerste lid van de Subsidieregeling, te weten: a) de doorlichting van de onderneming uitmondend in een opleidings- of ontwikkelplan gericht op het inzichtelijk maken van de scholingsbehoefte vanuit het perspectief van de onderneming, b) het verkrijgen van loopbaan- of ontwikkeladviezen ten behoeve van werkenden in de onderneming, of in geval van een samenwerkingsverband werkenden in andere mkb-ondernemingen en c) het ondersteunen en begeleiden bij het ontwikkelen of invoeren van een methode in de onderneming die werkenden in de onderneming stimuleert hun kennis, vaardigheden en beroepshouding binnen hun competentieprofiel verder te ontwikkelen tijdens het werk. De ontwikkeling en invoering van de PP-BM valt binnen de activiteit onder c; de activiteiten die aan de hand van de PP-BM binnen een onderneming worden uitgevoerd vallen binnen de activiteiten onder b en c. Om die reden heeft VG, namens het samenwerkingsverband, een subsidieaanvraag ingediend onder de Subsidier
[1] De naam van de Subsidieregeling wekt mogelijk verwarring ten aanzien van de activiteiten en ondernemingen die onder de regeling vallen, de Subsidieregeling is echter uitdrukkelijk bedoeld voor ondernemingen zoals die in het samenwerkingsverband Tomorrow.
[2] Zie het algemeen deel van de toelichting bij de Regeling, Stcrt, 2019, nr. 70088, p. 12.
[3] Stcrt, 2019, nr. 70088, p. 14.
[4] VG heeft de subsidieaanvraag namens het samenwerkingsverband ingediend en is de hoofdaanvrager (penvoerder), in de zin van artikel 19 van de Subsidieregeling.
[5] Aanleiding voor het ontwikkelen van de PP-BM was de oproep van Feike Sybesma (voormalig CEO van DSM) op het Wereldplatform in 2012, waarbij Sybesma opriep tot duurzaam ondernemen en dat anderen daarvoor de instrumenten moesten gaan ontwikkelen. Voor de ontwikkelaar van de PP-BM (de heer J.F. van der Drift) is het maken van een methode voor een leven lang ontwikkelen binnen mkb-ondernemingen de grootste drijfveer achter de PP-BM.
[6] De PP-BM gaat uit van 13 organisatiesectoren per onderneming. Een van de organisatiesectoren betreft de productie, de zogeheten verticale markt: daar waar de onderneming zich specifiek op richt. Dit is per onderneming verschillend (de vier mogelijke markten zijn: handel, fabricatie, dienstverlening en creatief). De overige (12) organisatiesectoren zijn in principe in alle ondernemingen aanwezig. Per organisatiesector bestaan er een aantal afdelingen. Een voorbeeld van een organisatiesector is commercieel. Hierbij horen de afdelingen: marktonderzoek, public relations, marketing, acquisitie en verkoop. Per afdeling zijn er gemiddeld 5 kvb's. Een kvb wordt vastgelegd in een 'werkproces': het betreft de kennis en vaardigheden die voor een bepaald proces binnen de afdeling, of binnen de organisatiesector, nodig zijn. Voor elke kvb/werkproces is er een vraag opgenomen in de vragenlijst.
[7] Cliënte refereert naar mogelijke afdeling of organisatiesector omdat het werkzaamheden en kennis betreft die iedere onderneming nodig heeft, maar die door de onderneming ook kunnen zijn uitbesteed aan derden.
[1]Zoals ik vanmiddag al opmerkte, worden de termen kvb en werkproces in het stuk soms naast elkaar gebruikt, zoals hier (deze zin voegde ik toe aan de hand van jouw input)
Vanmiddag heb je benadrukt dat een werkproces en kvb hetzelfde is. Als ik jouw eerdere opmerkingen en stukken lees heb ik echter de indruk dat de kvb's worden vastgelegd in werkprocessen. Oftewel: werkprocessen worden vastgesteld op basis van kvb's.
Ik baseer dit bijvoorbeeld op het bezwaarschrift: De kvb's worden vastgelegd in uniform gestructureerde werkprocessen, voorzien van praktische kvb's…
Wat mij betreft is dit helder. Om die reden zou ik niet willen opnemen dat kvb's en werkprocessen precies hetzelfde zijn in het stuk, om verwarring bij de rechter te voorkomen
2.1.1 SWV TOOMORROW
2.1.2 DOEL Samenwerkingsverband
4. BEROEPSGRONDEN
BIJLAGEN
Diversen
INDIENING
AANVULLEND BEROEPSCHRIFT
inzake beslissing op bezwaar minister van SZW t.a.v. SLIM-subsidieaanvraag
Uw procedurenummer: HAA 21 / 6639 WET
Edelachtbaar college,
Hierbij dien ik als advocaat en gemachtigde aanvullend beroep[1] in namens:
Vertimart Group B.V.[2], gevestigd te Leesteinde 20-22, 1051 AK, Broek in Waterland, ingeschreven in het handelsregister onder nummer 36037075.
(hierna te noemen: "Vertimart"). Een uittreksel van het handelsregister is bijgevoegd als bijlage 1.
Het beroepschrift is gericht tegen het besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (hierna: "verweerder") van 29 oktober 2021, met kenmerk WBJA/BBS/2.2021.0303.001, waarin de subsidieaanvraag van Vertimart wordt afgewezen (hierna: "het bestreden besluit"). Het bestreden besluit is bijgevoegd als bijlage 2.
Dit beroepschrift bestaat uit de volgende onderdelen.
- Achtergrond
- Het juridisch kader
- Het (doel van het) samenwerkingsverband
- Beroepsgronden
- Conclusie
___________________________________________
[1] Het pro forma beroepschrift is ingediend door Meester Advocaten B.V., de beroepsprocedure zal vanaf heden worden gevoerd door ondergetekende.
[2] Vertimart Group B.V. treedt op als penvoerder van het samenwerkingsverband Tomorrow dat de subsidieaanvraag heeft ingediend.